Heeft een mens een vrije wil?

Het is een wijd en zijd verspreid idee, dat de mens een vrije wil heeft. Dat idee gaan we analyseren.
Hoewel er sterke nuanceverschillen bestaan tussen verlangen naar, willen, wensen,
een doel voor ogen hebben en eisen, zullen we ze in deze tekst als identiek beschouwen.

Wat is een vrije wil?
Iedereen kan eindeloos wensen bedenken. In die betekenis heeft iedereen een vrije wil.
De fantasie is in het bijzonder op dit gebied onbegrensd.
Als verwende Gerard zich binnen drie seconden op de planeet Mars wenst,
keurig gekleed in een ruimtepak, is dat een leuke fantasie maar stellig geen reële wens,
ook al stampt hij van boosheid op de grond of balt hij zijn vuisten.

Meestal wordt met de vrije wil iets anders bedoeld.
We kunt alleen over iets redeneren als we weten waarover we praten.
Daarom moeten we afspreken, wat we met een vrije wil bedoelen.
We maken de volgende afspraak of definitie.
Een mens heeft een vrije wil als hij of zij in elke situatie waarvoor hij geplaatst wordt
een keus kan maken. Op die keus moet een bijbehorende actie of handeling kunnen volgen.
Het maakt daarbij niet uit, of de beslissing met verstand of met gevoelens,
bewust of onbewust tot stand komt.
Als Charlotte het licht aan wil doen omdat het te donker wordt,
is dat een wens waarop redelijkerwijs een actie kan volgen.
Soms is de actie geblokkeerd, bijvoorbeeld doordat de lamp stuk is of de stroom afgesneden is.

Religieuze beschouwing
Gelovigen zijn vaak de mening toegedaan, dat de Schepper aan de mens een vrije wil heeft gegeven.
Dat volgt uit de volgende redenering.
Iedere monotheïst neemt aan, dat de Almachtige een vrije wil heeft.
Helemaal in het begin van de Heilige Boeken wordt verteld,
dat Schepper de mens naar Zijn beeld heeft geschapen.
De mens zou daarom – zo redeneerde men vroeger – een vrije wil hebben.
Bij deze redenering worden twee herkenbare fouten gemaakt.
1. Als De Schepper iets heeft, bijvoorbeeld almacht, betekent dat niet, dat de mens dat ook heeft.
2. De Schepper heeft in de Bijbel aan Abraham en zijn nakomelingen vrijwillig beloftes gedaan.
De inhoud van die beloftes is nu niet ter discussie.
Elke gelovige gaat ervan uit dat de Almachtige volkomen betrouwbaar is.
Dan heeft de Schepper niet meer de mogelijkheid om Zijn gelofte te breken,
ook al zou Hij dat willen. Dus heeft Hij niet meer een geheel vrije wil.
Die vrije wil heeft Hij vrijwillig gedeeltelijk opgegeven.

De wil ontstaat tengevolge van bepaalde behoeftes.
Ieder mens heeft een aantal behoeftes, zoals zuurstof, eten, drinken, voldoende nachtrust,
liefde, sociaal ‘erbij behoren’ en een gevoel van veiligheid.
De volwassene wil bovendien vaak nageslacht en daardoor voldoende en
liefst goede seksuele contacten. Dat zijn allemaal basisbehoeftes, die dieren ook hebben.
Sommige behoeftes zijn genetisch bepaald.
Roofdieren hebben bijvoorbeeld andere voedselbehoeftes dan planteneters.
Sommige mensen kunnen niet tegen koeienmelk, anderen genieten ervan.
Zeker is, dat iedereen een aantal eigen individuele behoeftes gekregen heeft
ten gevolge van opvoeding thuis, educatie op school en vorming door met 'anderen' om te gaan en
door allerlei amusementsaanbod. Voorbeelden behoeftes zijn
bezitsvorming, machtsvorming, wel of niet leren, opvallen of juist niet,
het naadje van de kous weten, manipuleren van medemensen, kicken op spannende gebeurtenissen,
actief en passief genieten van kunst en sport, toegeven aan verslaving of er juist tegen vechten,
de behoefte om de Schepper te erkennen of juist niet, het voldoen aan bepaalde normen en waarden.

Reclames, mode en sociale behoeftes dringen vaak overbodige en veelal dure behoeftes op.

Zich (on-)gelukkig voelen
Het is nu vrij gemakkelijk om objectief weer te geven wat een gevoel van geluk eigenlijk is:
een mens voelt zich gelukkig als aan voldoende van zijn behoeftes is voldaan.
Aan hoe meer (minder) behoeftes voldaan zijn hoe (on-)gelukkiger men is.

Willen, moeten en mogen
Kinderen moeten naar school, volwassenen moeten inkomstenbelasting betalen,
iedereen moet zich aan de verkeersregels houden. Maar willen ze dat ook?
Sommigen wel, sommigen niet.
Mogen, niet mogen en moeten hebben te maken met gewenst en ongewenst gedrag,
met normen en waarden. Duidelijk is dat normen en waarden in ernstige mate
de wil beperkingen opleggen.

Normen en waarden
Iedereen heeft al of niet bewust voor zichzelf een aantal normen en waarden aangenomen
of opgedrongen gekregen. In eerste instantie is dat een onbewuste keus.
Na een leerproces kan een bewuste keus gemaakt worden.
De normen en waarden, waardevol of waardeloos, kunnen hun basis vinden in
• Goddelijke normen, zoals ze in de heilige boeken staan beschreven,
• sociale regels, zoals etiquette en groepsgedragsregels,
• maatschappelijke regels, zoals de burgerwetten, bijvoorbeeld de verkeersregels,
• de wet van de jungle, het recht van de sterkste,
• ikke ikke, de rest kan stikke,
• … .

Willen en kunnen
Een leerling wil dierenarts worden, is een veel voorkomend wens bij kinderen.
Willen mag, maar kan de wens gerealiseerd worden?
Is de leerling intelligent genoeg om het nodige vakkenpakket
op het nodige niveau te volgen. Heeft de leerling voldoende doorzettingsvermogen?
Een goede stimulans is: "Waar een wil is, is een weg." De toekomst van de leerling zal het uitmaken.
Dit voorbeeld maakt duidelijk, dat er een fundamenteel verschil tussen willen
en kunnen is. Lang niet alle wensen zijn haalbaal.

Angsten en durven
Tegenover elke behoefte staat de angst, dat aan die behoefte niet wordt voldaan.
Zo staat tegenover de behoefte van zuurstof de angst om te stikken.
Tegenover de behoefte om een verkeersregel te overtreden staat de angst gesnapt te worden,
een boete te krijgen en/of een ongeval te veroorzaken.
Enz.
Het onderscheid tussen vrees, angst en fobie wordt buiten beschouwing gelaten,
omdat dit voor het vervolg niet relevant is.

De HAMvraag
Iedereen, die bewust doelstellingen probeert te formuleren, behoort zich de HAMvraag te stellen.
Is het doel Haalbaar (heb je daar misschien ((te) veel) geld voor nodig?),
Acceptabel in sociale en maatschappelijke aspecten en
Meetbaar ofwel is het controleerbaar dat de doelstelling behaald is?

Het gewicht van behoeftes en angsten
Elke behoefte en angst heeft een gewicht, een mate van sterkte.
Behoeftes en angsten wegen niet alle even zwaar.
Behoeftes en angsten kunnen in de loop van de tijd veranderen.
Bovendien weegt een behoefte of angst bij de ene persoon niet evenveel als bij de andere.
Sommige angsten zijn zo zwaar, dat er moeilijk mee te leven valt. Dat is een fobie.

De behoefte om niet steeds gestoord te worden weegt minder dan de behoefte aan zuurstof.
De behoefte aan een sigaret is bij een kettingroker veel groter
dan bij iemand, die eens per week rookt.
's Morgens na het opstaan is in het algemeen de behoefte aan rust geringer
dan na een dag van inspanning. De behoefte aan voedsel is voor de maaltijd groter dan erna.

Randvoorwaarden en toeval
Toeval staat elders in deze website beschreven.
  • Het is toeval in welke mate jouw ouders zich inzetten of ingezet hebben voor jouw opvoeding.
    Je kunt willen wat je wilt maar dat heb jij niet in de hand.
  • Het is toeval welke vriend(innet)jes in je jeugdjaren in jouw buurt woonden.
  • Het is toeval met welke leraren en klasgenoten je te maken krijgt of hebt gekregen.
  • Het is vaak toeval wat je overkomt, wat je 'toe valt', tenzij het gepland is.
  • Het is toeval welke verhalen en roddels je ter ore komen,
  • waardoor je bepaalde nachtmerries, angsten of fobieën ontwikkelt.
  • Het is toeval hoe je verstandelijke vermogens zijn.
    Het is overigens geen verdienste om intelligent te zijn. De verdienste komt pas door je beschikbare intelligentie optimaal en functioneel te gebruiken.
  • Het is toeval of je bereid bent je intelligentie goed te benutten.
  • Het is toeval, welk onrecht je wordt aangedaan.
  • … .
De som van al die toevalligheden bepaalt hoe je totale persoonlijkheid zich ontwikkelt en
hoe de behoeftes en bijbehorende angsten tot stand komen.

Ouders kunnen het toeval enigermate bestrijden.
Zij kiezen met wie een kind wel of niet mag omgaan;
ze kiezen een openbare of confessionele school;
ze voeden het kind zelf op of laten het over aan anderen;
door uit te huwelijken wordt de levenspartner bepaald.

Keuzes
  • Ieder mens maakt in zijn leven keuzes. Dat kan in principe op drie manieren gebeuren:
      een bewuste keus. Iemand heeft nagedacht over verschillende mogelijkheden, overwogen,
      en heeft dan de beslissing genomen, welke mogelijkheid hij wil.
      Er zijn argumenten waardoor hij die keus heeft gemaakt.
    • een toevalskeus. De toevalskeus wordt gemaakt, als er meerdere opties zijn en
      als er geen enkel argument is om één van de mogelijkheden als de beste te zien.
    • een onbewuste keus. Soms maakt iemand een keus, terwijl hij in het geheel niet besefte,
      dat hij uit meerdere mogelijkheden koos.

    Behoeftes contra angsten
    Een beslissing komt tot stand door het totaal van aandrijvende en remmende motieven.
    De behoeftes vormen de aandrijvende motieven. De angsten geven de remmende motieven.
    Als de som van de aandrijvende motieven sterker is dan de som van de remmende motieven,
    dan zal de beslissing genomen worden iets te doen of juist om iets achterwege te laten.
    Als de remmende motieven samen sterker zijn, dan wordt de tegengestelde beslissing genomen.
    Als de aandrijvende en de remmende motieven met elkaar in evenwicht zijn,
    dan ontstaat besluitenloosheid. Dan gebeurt er òf niets òf een toevallige omstandigheid
    laat de balans doorslaan in één van beide richtingen.
    Die toevalligheid of randvoorwaarde is bijvoorbeeld de gemoedstoestand,
    de invloed van medicijnen of drugs, de vermoeidheid van dat moment,
    de irritatie door brutaliteit, sigare(tte)nrook, jeuk en/of lawaai.

    Een onbekende situatie
    Soms wordt een mens geconfronteerd met een situatie, die hij of zij nog nooit heeft meegemaakt.
    Wat het de behoeftes betreft zal ieder mens, die nieuwsgierig is,
    de onbekende situatie willen onderzoeken.
    Wat het de angst betreft: 'onbekend maakt onbemind'. Voorzichtigheid wordt geboden uit lijfsbehoud.

    Als er enige herkenning is met een vergelijkbare situatie, dan zullen de overeenkomsten helpen
    tot een bepaalde beslissing te komen.
    Als alle herkenning achterwege blijft en er moet niettemin een beslissing worden genomen,
    bijvoorbeeld verdergaan of rechtsomkeert maken. Dan zal het toeval een rol spelen:
    kruis of munt gooien? Je kunt in zo'n situatie als deze beslist niet van een vrije wil spreken:
    deze persoon wordt gedwongen te gokken.

    Vrije wil?
    Wie dit hoofdstuk zorgvuldig gelezen en begrepen heeft, komt tot de volgende conclusie:
    een mens heeft geen vrije wil. De in de loop van de jaren ontwikkelde persoonlijkheid
    plus randvoorwaarden zijn kennelijk bepalend voor de keus die bij elke beslissing genomen zal worden.

    Toelichting
    Een persoon is zich redelijk bewust van zijn behoeftes en angsten.
    Daardoor weet hij, dat zijn besluitvorming tot stand komt door deze processen.
    Hij vindt zijn vrije wil een illusie.
    Anderen kennen hem niet (zo goed) en voor hen lijkt hij een vrije wil te hebben.

    Robot
    Volgens de voorgaande redenering is de mens dus tussen zijn conceptie en 'nu'
    geheel en al 'geprogrammeerd'.
    Sommigen stuit het erg tegen de borst om vergeleken te worden met een automaat,
    een computer of robot. Kennelijk is het niet anders.

    Voorbestemd?
    Sommige mensen menen, dat een mens een van te voren vastgelegde bestemming heeft.
    Dat idee komt uit de 'predestinatie'-leer. Maar zoveel toevalligheden
    (lees: onbekende en daardoor onvoorspelbare oorzaken)
    bepalen iemands lot, dat van voorbestemd zijn nauwelijks sprake kan zijn.

    Samenvatting
    Tussen de geboorte en de dag van vandaag is de mens gevormd door allerlei ervaringen:
    zijn opvoeding door ouders, leraren en geestelijken; zelf nadenken;
    amusementsaanbod zoals vriendjes, t.v.
    Onder invloed van al die ervaringen heeft iedereen een pakket behoeftes en angsten ontwikkeld.
    Het totaal van al die behoeftes en angsten bepaalt, hoe een mens onder bepaalde omstandigheden
    zal reageren. Dat betekent wezenlijk, dat de mens geen vrije wil heeft
    maar dat hij door de som van al zijn ervaringen geprogrammeerd is.

    Consequenties
    Dat impliceert dat opvoeders en bazen van massamedia die kinderen en leerlingen sterk beïnvloeden
    een ongelooflijk verantwoordelijke sociale en maatschappelijke taak hebben:
    zij bepalen in grote mate, hoe kinderen later in de maatschappij functioneren.
    Bij sociaal of maatschappelijk ongewenst gedrag moet daarom heropvoeding
    een wezenlijk deel van een straf zijn.


    Omhoog Filosoferen Wetenschappen